Must-hike bij Ehrwald: Seebensee en Drachensee
Hoog in de bergen bij het stadje Ehrwald liggen 2 bergmeren verstopt: Seebensee en Drachensee. Na onze wandeling rondom het Neuschwanstein kasteel in Duitsland zitten wij weer vol hike- en bergkriebels en als we zien dat de Ehrwalder Almbahn - de kabelbaan die je naar het startpunt van de hike brengt - net geopend is voor het zomerseizoen én er goed weer op komst is, gaan we ervoor. We kiezen wel voor een alternatieve route, namelijk via de Tajatörl bergen. Alleen loopt dat even helemaal anders…
- De klassieke route naar Seebensee en Drachensee
- Hiken naar Seebensee en Drachensee via de Tajatörl bergen
- Onze hike-ervaring in Ehrwald: via Tajakopf circuit trail naar Drachensee en Seebensee
- Praktische tips voor de hike naar Seebensee en Drachensee
De klassieke route naar Seebensee en Drachensee
Je hoeft geen doorgewinterde hiker te zijn om de mooie bergmeren bij Ehrwald te bereiken. Je laat je door de Ehrwalder Almbahn naar 1.500 meter hoogte brengen en loopt vervolgens in 4,8 kilometer naar de Seebensee, gelegen op 1.657 meter boven zeeniveau. Daar wacht een stevige klim naar de Coburger Hütte, de berghut aan de Drachensee. In 1,5 kilometer klim je ruim 250 meter.
Totaal is het dus 6,3 kilometer (enkele reis) en dik 400 hoogtemeters naar beide meren. Ondertussen heb je ook nog eens uitzicht op het Zugspitze bergmassief. De Zugspitze is met zijn 2.962 meter hoogte de hoogste berg van Duitsland. Dit bergmassief ligt precies op de grens tussen Duitsland en Oostenrijk.
De klassieke hike naar Seebensee en Drachensee in cijfers:
- Start- en eindpunt: Ehrwalder Almbahn
- Afstand: 12,6 kilometer
- Route: Bergstation van de Ehrwalder Almbahn (1.502 meter) > Seebensee (1.657 meter) > Drachensee (1.910 meter) > dezelfde route terug
- Hoogtemeters: 408 meter
- Moeilijkheidsgraad: makkelijk
- Duur: 4 tot 5 uur
Hiken naar Seebensee en Drachensee via de Tajatörl bergen
We keken iets verder dan onze neus lang is en toen vonden we een alternatieve route waarbij je nóg betere uitzichten hebt op de Drachensee en omliggende bergen. Plus 90% van de andere toeristen achter je laat. Dat klonk ons goed in de oren!
We hebben het over de Tajakopf circuit route. Bij deze route volg je eerst het reguliere pad richting Seebensee, maar na 2,7 kilometer sla je linksaf en klim je richting de hoge bergen. Je bereikt een klein meertje - Brendlsee - en pakt dan door naar Hinteres Tajatörl. (2.259 meter) Vervolgens daal je af naar de Drachensee en heb je dus van bovenaf zicht op dit fantastische bergmeer. Daarna volg je de klassieke route terug naar het kabelbaanstation en kom je langs de Seebensee.
De Tajakopf route naar Seebensee en Drachensee in cijfers:
- Start- en eindpunt: Ehrwalder Almbahn
- Afstand: 14,9 kilometer
- Route: Bergstation van de Ehrwalder Almbahn (1.502 meter) > Brendlsee (1.915 meter) > Hinteres Tajatörl (2.259 meter) > Drachensee (1.910 meter) > Seebensee (1.657 meter) > Ehrwalder Almbahn
- Hoogtemeters: 757 meter
- Moeilijkheidsgraad: moeilijk
- Duur: 5,5 tot 7 uur
Je voelt hem al aankomen: wij gaan voor de alternatieve route! Niet wetende dat dat uiteindelijk heel anders zou uitpakken…
Onze hike-ervaring in Ehrwald: via Tajakopf circuit trail naar Drachensee en Seebensee
Een stralende ochtend
Het is maandag, de zon schijnt, we hoeven niet te werken en we gaan de bergen in. Hét recept voor een uitstekend humeur! Zelfs de dure tickets voor de kabelbaan (€25 per persoon voor een retourtje) kunnen daar niks aan veranderen. Vol enthousiasme beginnen we aan onze wandeling.
Als we uit de kabelbaan stappen, zijn we gelijk omringd door hoge bergen. Op aardig wat toppen ligt nog sneeuw. Bij de ene een dik pak, bij de ander alleen nog wat restjes. Hoe zou het op onze route gesteld zijn met de sneeuw? Op basis van de kaart op onze telefoon kan ik niet helemaal inschatten waar wij terecht gaan komen. We zien het wel!
We genieten van de ontspannen opwarming over een breed gravelpad. De vogels fluiten, het is rustig, we ademen de frisse berglucht in. Heerlijk! We klimmen en dalen wat, maar tot nu toe geen grote inspanning. Dat verandert als we bij het bordje ‘Brendlkar’ en ‘Tajatörl’ linksaf slaan.
The fun part - ahum
Bij deze kruising verlaten we de klassieke route en zitten we op het alternatieve pad dat hoger door de bergen gaat. Dat merken we gelijk, want we gaan flink klimmen. Het zigzag pad is soms steil, maar tot nu toe technisch niet moeilijk. Na flink wat hoogtemeters komen we boven de boomgrens en dan verandert alles. The fun part is aangebroken, ahum.
Het begint met een ongelooflijk steile helling van steentjes en gruis. Zo’n ondergrond waar je voeten een stukje in terugzakken bij iedere pas die je zet. En dat terwijl je al moeilijk overeind blijft staan, we gokken dat de hellingsgraad 30% - 40% is. Het is even flink ploeteren en ik hoor mezelf nog denken: “Ik ben blij dat we hier in ieder geval niet naar beneden hoeven.” Wishful thinking, zo blijkt later.
Het pad buigt naar links en daar neemt de helling weliswaar af, maar nu moeten we niet meer tegen de helling op klimmen, maar langs de rand lopen. We komen wat stukjes sneeuw tegen - die waarschijnlijk het echte pad bedekken - en lopen daarom op een ondergrond van kleine steentjes - zonder enige stabiliteit - en met een diepe afgrond naast ons. Hier en daar glijdt je voet wat weg en één keer slaak ik zelfs een gilletje. Dit vind ik niet fijn…
We zien dat het pad niet zo blijft. Iets verderop ligt misschien wel wat meer sneeuw, maar - voor zover we nu kunnen zien - is de ondergrond van aarde en gras en daarmee niet zo instabiel. We zetten dus door, in de hoop dat we het ergste gehad hebben. Er volgen nog wat korte delen waarbij we door de sneeuw moeten, maar die gaan op zich wel.
Alleen nu we hoger en hoger in de bergen komen, doemt een flink besneeuwd gebied voor ons op. Als we bij Brendlkar komen (een klein meertje met mega helder water) is het tijd voor een pauze. Even bijkomen en kijken hoe verder. Dankzij omgevingsfoto’s van een blog en de route op maps.me kunnen we bepalen waar het pad ongeveer zou moeten lopen, maar we zien het niet. Zover we kunnen kijken niet. Het is helemaal bedekt onder een dik pak sneeuw. Zelfs met onze sneeuwkettingen lijkt dat geen goed idee. Daar komt bij dat we niemand anders zien hiken hier. Zijn wij de enige die deze route overwegen in deze omstandigheden?
Als we op de bergwand tegenover ons een lawine zien (en horen!) - sneeuw valt als een waterval van de berg - dan weten we wat de enige verstandige keuze is. Omkeren. We vinden het heel jammer, maar we gaan ons niet in de nesten werken. Het is de eerste keer in ons leven dat we tijdens een hike omdraaien en we doen het niet graag, maar we hebben ons lesje wel geleerd van de laatste 2 hikes in de Canadese Rocky Mountains. Sneeuw kan heel tricky zijn!
Net als toen hebben we nu trouwens ook een deadline. De kabelbaan gaat maar tot half 5 terug naar beneden… Dat zou betekenen dat we ook nog moeten haasten. Nee, doorgaan naar Hinteres Tajatörl is echt geen slim idee.
Dit betekent wel dat we die spannende stukjes van net nu nog een keer moeten doen. En dan dalend, wat vaak nog wat lastiger is dan stijgend. Ik ben er een beetje zenuwachtig over, maar Ronny is rustig en koel als altijd. Hij sleept me er doorheen. Hij gaat voorop, laat me zien waar ik mijn voeten veilig kan zetten en maakt met zijn sporen een nieuw ‘trappetje’ in de sneeuw. Heel fijn!
Tot slot moeten we de mega steile helling vol gruis en losse steentjes afdalen. We leunen flink op onze wandelstokken (echt een must voor deze hike!) en laten ons gecontroleerd naar beneden glijden. Het ergste stuk doe ik op mijn billen. Better safe than sorry!
Toch naar Seebensee
De rest van de afdaling tot de kruising met de klassieke route gaat vlot. We hebben nog tijd en dus besluiten we om toch nog naar Seebensee te lopen. Dan hebben we dat meer in ieder geval kunnen zien.
De trail naar Seebensee is technisch gezien een verademing. Wel moet je hier en daar een klim maken, maar het is lang niet zo uitdagend als net. Toch kost het ons wat kruim. Onze motivatiespier is na het moeten omkeren van net niet helemaal op volle kracht. ;-)
Na een dik half uur vanaf de kruising arriveren we bij Seebensee. Het water is prachtig blauw en de bergen eromheen maken het plaatje compleet. Wij gaan hier even rustig zitten en bespreken wat we doen. Hoeveel tijd hebben we nog? Hoe ver is het nog naar Drachensee?
Vanaf de Seebensee kun je het zigzag pad naar Drachensee goed zien. Het is zo’n 250 meter klimmen, daar heb je wel even de tijd voor nodig. Hoe jammer het ook is, we moeten Drachensee aan ons voorbij laten gaan. Te weinig tijd.
Op het pad richting Drachensee zien we trouwens ook al wat sneeuw. Niets verontrustends denken we, maar het geeft wel aan dat er bij Drachensee en hoger waarschijnlijk nog wel een aardig pak ligt. Als we daardoor hadden moeten afdalen vanuit Tajatörl, dan waren we niet blij geweest. We hebben de goede keuze gemaakt.
Een mooie dag, maar toch ook een tikkeltje teleurgesteld
We wandelen op ons gemak terug en genieten van de bergen om ons heen. We zien onder andere de Zugspitze - de hoogste berg in de regio. Het is toch weer een mooie dag, maar we moeten toegeven dat we wel een beetje teleurgesteld zijn, omdat we niet hebben kunnen doen wat we wilden. Maar ach, ook dat hoort erbij. Er komen nog genoeg hikes de komende weken!
Praktische tips voor de hike naar Seebensee en Drachensee
- Het hikeseizoen bij Ehrwald loopt van half mei tot begin november. Dat is ook de periode dat de kabelbaan gaat. Houd er wel rekening mee dat je aan het begin en het einde van het seizoen sneeuw kunt treffen op de paden. Bereid je hierop voor of neem een niet te moeilijke route. ;-)
- Ehrwald is een toeristische bestemming en de klassieke route naar de bergmeren is ongelooflijk populair. Reis je in het hoogseizoen, probeer dan op tijd te vertrekken en het liefst niet in de weekenden te gaan. En je kunt natuurlijk een hoop mensen afschudden door via Tajatörl te hiken. Schijnt nog mooier te zijn ook!
- Er zijn verschillende berghutten op de route waar je kunt pauzeren voor een hapje en/of drankje. Check wel vooraf even de openingstijden - sommige hutten kennen een rustdag of gaan pas later in het seizoen open - en zorg dat je altijd genoeg bij hebt om de hike te volbrengen.
Enne, als je de alternatieve route hebt gedaan, laat je ons dan even weten hoe het was? Dan weten we of we nog een keertje terug moeten als er minder sneeuw ligt! ;-)